dinsdag 14 december 2010

Leesvragen week 4


Tekst 1
Goldstein, J. Violent Video Games. Hoofdstuk 22, pp. 341-358

Goldstein gaat in op hoe slecht uitgevoerde onderzoeken een vertekend of onvolledig beeld geven van de “invloed” of het geweld in games. Wat zijn voorbeelden van goede, algemeen geaccepteerde onderzoeken binnen de academische discussie over games, en wat zeggen deze?

Tekst 2
Griffiths, M., Davies, M. N. O. Does Video Game Addiction Exist?. Hoofdstuk 23, pp. 359-372

Als er “speciale” of specifieke gameverslaving bestaat, zoals er een verschil is tussen drugs- of eet- of sportverslaving, zijn er dan ook specifieke behandelmethoden? Zo ja, welke en op welke principes zijn deze gebaseerd? Zijn deze methoden bewezen en geaccepteerd of “doet ze maar wat”?

Tekst 3

Griffits, M. The Therapeutic Value of Video Games. Hoofdstuk 10, pp. 161-171


Griffits noemt enkele 'type' gamers, zoals de technofoob, technosceptici en technoromantici. Wat is er momenteel over deze groepen bekend? Wordt deze indeling ook door andere auteurs gemaakt en binnen andere velden dan psychologie?




Kadervraag
Kan er met betrekking tot games in relatie tot andere media worden gezegd dat er sprake is van terugkomende angsten? Bijvoorbeeld, vroeger werd er vanuit gegaan dat je van TV lui werd (“TV rots your brain”). Hetzelfde werd in eerste instantie aangenomen bij comics/ stripboeken, die vanwege beeld i.p.v. tekst de lezer lui zouden maken. Zien we dergelijke angsten nu herleven m.b.t. games?

0 reacties: